De VEB strijdt op vier fronten voor de belangen van onteigende aandeel- en obligatiehouders SNS Reaal en SNS Bank. Na de nationalisatie op 1 februari 2013 volgden diverse procedures.
De eerste stap die de VEB zette, was het aanvechten van het onteigeningsbesluit van minister Dijsselbloem van Financiën bij de Raad van State.
Op 15 februari 2013 oordeelde de Raad van State dat het besluit van de minister rechtmatig was.
De Raad van State oordeelt evenwel niet over de compensatie van onteigende beleggers. Dat oor- deel is voorbehouden aan de Ondernemingskamer (OK) van het Gerechtshof Amsterdam.
Schadeloosstelling
Op 11 juli 2013 berichtte de OK dat nog geen zekerheid kon worden gegeven over de hoogte van de schadeloosstelling aan onteigende aandeel- en obligatiehouders SNS. De OK acht aannemelijk dat het aanbod van de minister van nul euro geen adequate vergoeding is voor de onteigening.
Daarom wil de Ondernemingskamer onafhankelijke des- kundigen benoemen die de waarde van de onteigende effecten moeten vaststellen.
Cassatie
De minister kan zich in die argumentatie niet vinden en heeft tegen deze beschikking - ondanks dringend verzoek van de VEB dat niet te doen op 10 oktober 2013 op nagenoeg alle punten cassatie ingesteld.
De verwachting is dat het proces om de schadeloosstelling daardoor forse vertraging zal oplopen. Pas nadat door de Hoge Raad op de cassatie is beslist, kan de OK verder met het benoemen van deskundigen.
Voordat de Hoge Raad zal beslissen, zal hij worden geadviseerd door de advocaat-generaal. De advocaat- generaal zal in het najaar met zijn advies komen.
Europese Hof
De VEB heeft bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens beroep ingesteld tegen de onteigening en de wijze waarop de minister van de Interventiewet gebruik heeft gemaakt. Inzet van deze procedure is de toetsing van het juridische kader, waaronder termijnen, en inrichting van de onteigeningsprocedure.
Het Europese Hof heeft geoordeeld dat de VEB te vroeg was met de procedure. De klacht behoeft pas te worden in- gediend op het moment dat alle na- tionale rechtsmiddelen zijn uitgeput.
De Nederlandsche Bank
Ook heeft de VEB bezwaar en vervolgens beroep ingesteld tegen het zogenoemde SREP-besluit van De Nederlandsche Bank (DNB). Op basis van dit besluit van 27 januari 2013 diende SNS haar balans voor 1 febru- ari 2013 met 1,84 miljard euro te versterken.
Op voorhand was duidelijk dat het de bankverzekeraar in pro- blemen niet zou lukken om binnen vier dagen een dergelijk bedrag aan extra kapitaal op te halen.
Daarmee was het SREP-besluit een onvermij- delijke route richting onteigening. De uitspraak in hoger beroep van deze bezwaarprocedure volgt de uit- spraak binnen enkele maanden.
Enquêteprocedure
Het is voor beleggers van groot be- lang dat de gang van zaken bij SNS goed wordt onderzocht op alle voor beleggers relevante punten. Normaal gesproken kunnen aandeel- houders daartoe de Ondernemingskamer vragen om een onderzoek, maar in de zaak-SNS ligt dat wat gecompliceerder.
Omdat aandeelhouders onteigend zijn, kunnen ze vol- gens de letter van de wet de OK niet meer verzoeken een enquête naar het beleid en de gang van zaken van SNS te gelasten. De advocaat-generaal van het Amsterdamse gerechtshof kan zelfstandig besluiten om een procedure te verzoeken.
De uitkomst van een dergelijk onderzoek kan de basis vormen voor de kwalificatie wanbeleid en verdere acties van de VEB tegen bestuurders en commis- sarissen van SNS. De VEB heeft de advocaat-generaal tot een dergelijk onderzoek naar mogelijk wanbeleid opgeroepen.
Geduld
Het is niet de verwachting dat onteigende SNS-effectenbezitters snel compensatie tegemoet kunnen zien. Daarvoor zijn de procedures te omvangrijk en te gecompliceerd.